Tijdens onze vakantie in Mallorca kwam ik erachter dat dit eiland véél meer te bieden heeft dan alleen stranden en een mooie hoofdstad. In mijn vorige post vertelde ik over onze eerste dagtrip op Mallorca. Nu vertel ik je over een andere roadtrip, langs Valldemossa, Deía en Port de Sollèr en een deel van de Sierra de Tramuntana. Ons vertrekpunt was het dorpje Llubí, in het midden van Mallorca.
Valldemossa
Onze eerste stop van de dag was in Valldemossa, een oud stadje dat bekend is omdat Chopín hier in 1837 een winter doorbracht met zijn muze. De grootste attractie hier is het Real Cartuja, een oud klooster en koninklijk verblijf. De toren kun je vanuit het stadje zien en je kunt de tuinen gratis bezoeken. Daarom deden wij geen tour binnen, maar dit kan wel. Het stadje zelf is ook erg mooi, met smalle straatjes, traditionele huizen en mooie uitzichten over de vallei. Het is dan ook behoorlijk toeristisch: busladingen vol mensen werden hier afgezet aan de lopende band, waarschijnlijk op een dagtripje vanuit Palma.
Deía (en Sa Foradada & Son Marroíg)
Na de lunch verlieten we Valldemossa en reden richting Deía. Onderweg stopten we bij Son Marroíg. Er zijn hier twee attracties. Ten eerste is er een uitzichtpunt van waaruit je Sa Foradada kunt zien, een rotsformatie met een gat erin. Je kunt hier ook naartoe lopen, maar dat duurt zo’n 45 minuten (enkele wandeling).

Daarnaast kun je Son Marruíg zelf bezoeken, ooit een verblijf van een aarsthertog en nu geopend voor publiek (€4). Er zijn maar twee kamers opengesteld voor publiek, maar de uitzichten en de mooie tuinen maken dat ruimschoots goed.
Cala Deía
Hierna reden we naar Cala Deía, een klein baaitje met een strand waar je kunt zwemmen. Althans, dat dachten wij. Toen we er aankwamen (nadat we al hadden betaald om te parkeren), kwamen we erachter dat de zee hier véél te ruig was om in te zwemmen. We overwogen nog even om een drankje te bestellen bij één va nde rsetaurantjes bij de baai, maar toen we het menu kregen zijn we heel snel weer opgestaan en vertrokken. Een beetje duur.
Port de Sollèr
Aangezien mijn zusje haar zinnen had gezet op een duik in zee, reden we naar Port de Sollèr, waar een strand is. Het is hier niet zo pittoresk, maar de zee is kalm en het strand schoon. Mijn zusje ging zwemmen, wij vonden een bar aan de boulevar en genoten van een drankje in de zon. We hebben niet veel meer gezien van Port de Sollèr dan de boulevard, maar eigenlijk verwacht ik ook niet dat er veel meer is. Dat wil niet zeggen dat het niet de moeite waard is trouwens: het lijkt een prima plek om een rustige vakantie door te brengen. Een tram in oude stijl verbindt Port de Sollèr met het dorpje Sollèr.
Vervolgens reden we terug naar Llubí en sloten we de dag af met een borrel op ons dakterras, terwijl we van de zonsondergang genoten (ja, wij hebben iets met zonsondergangen :)).