Zoals je misschien al had gelezen ben ik verliefd op Sevilla. Na de middelbare school heb ik hier een tijdje gewoond om Spaans te leren, en ik ben sindsdien diverse keren terug geweest. Ik krijg nooit genoeg van het eten, de prachtige straatjes, mooie parken en de fijne sfeer. Dus was het logisch dat één van mijn eerste blogs over deze stad ging. Hierbij mijn tips voor je eerste bezoek aan Sevilla.
1. Bezoek de ‘standaard’ bezienswaardigheden
Beklim de Giralda toren, de Metropol Parasol (ook wel ‘Las Setas’ genoemd), bezoek het Alcázar en Plaza Espana. Je zult deze plekken echt niet voor je alleen hebben – sterker nog, bij de kathedraal en het Alcázar moet je misschien aansluiten in de rij – maar ze zijn ècht de moeite waard. Als je student bent, vergeet dan zeker niet om je studentenkaart mee te nemen want je krijgt er flinke kortingen mee.
2. Verdwaal in de kleine straatjes
Volgens mij is er geen enkele stad zo geschikt om gewoon een dag in rond te dwalen als Sevilla. Sevilla heeft heel veel kleine steegjes, met verrassingen om elke hoek, zoals prachtige patio’s of kleine kerkjes. De wijk Santa Cruz is hier perfect voor, maar er zijn ook minder bekende (en minder bezochte) wijken die bíjna net zo leuk zijn. Zelf vind ik het gebied rondom Calle Feria en Alameda de Hercules een aanrader, omdat je hier echt in een volkswijk rondloopt waar je het normale Spaanse leven ziet.
3. Drinken en eten geldt ook als een activiteit
Althans, in Sevilla wel! Het eten hier is echt heerlijk, maar de sfeer in de restaurants en barretjes maakt het echt bijzonder. Ik heb teveel favoriete restaurants en cafés om hier te noemen, dus daarover heb ik een aparte blogpost geschreven. Hier wel alvast mjin tips voor een ‘tapa’ en drankje dat je echt moet proberen:
- ‘tinto de verano’ (letterlijk vertaald ‘zomerwijn’). Dit is een verfrissend, fruitig drankje, perfect voor in de zomer. Eén waarschuwing: het drinkt gevaarlijk makkelijk weg, maar er zit toch echt alcohol in!
- ‘salmorejo’, een koude soep / saus met tomaten en olijfolie. Het lijkt op gazpacho maar is romiger. Ik vind het lekkerder, zeker met een stuk vers brood erbij.
4. Bezoek een flamenco show
Sevilla staat bekend om de flamenco. Er zijn enorm veel plekken met shows, maar in mijn ervaring zijn de plekken waar ze de show combineren met een (prijzig) diner niet de meest authentieke of beste. Mijn aanbeveling is het Casa de la Flamenco. De shows hier worden gegeven in een klein zaaltje. Koop je tickets ’s ochtends of ’s middags alvast, want het is snel uitverkocht.
5. Huur een fiets en bezoek Triana
Als je alle andere plekken hebt bezocht, is het tijd om fietsen te huren! Probeer vooral niet om te fietsen in Santa Cruz: de wegen met kinderkopjes zijn nogal ‘bumpy’ en smal, en er zijn veel eenrichtingswegen waar je de weg moet delen met gehaaste taxi’s. Je kunt beter starten vanaf de Torre de Oro, en vanaf daar langs de rivier fietsen. Daar is een echt fietspad en heb je mooi uitzicht. Steek de brug over naar de wijk Triana via de Puente de Triana. Direct na de brug vindt je de overdekte markt, Mercado de Triana, waar je vers fruit en andere snacks kunt komen. Fiets vervolgens door richting Calle San Jacinto, Calle Betis en Calle Pelay Correa om een indruk te krijgen van Triana. Genoeg gezien? Dan is het tijd om terug te gaan naar Parque Maria Luisa (vlakbij Plaza Espana). Dit grote park heeft prachtige hoekjes om je eerder gekochte snacks op te eten!
Met deze tips zou je jezelf wel een tijdje moeten vermaken. Mocht je meer tips willen, dan vraag het me vooral.
26 Days To Travel 